Ik heb Thrillzone ontdekt! En dat is een leuke ontdekking, want ze hebben daar heel veel leesclubs waar je je steeds voor op mag geven. Nou doe ik dat alleen bij boeken die ik echt graag wil lezen of bij boeken waar ik erg nieuwsgierig naar ben maar die ik anders links zou laten liggen, gewoon omdat ze buiten mijn comfortzone liggen. En dat is voor mij dus eigenlijk heel goed, eens wat anders lezen. Deze keer gaf ik me op voor ‘De stenen goden’ omdat Paaseiland me sinds Boudewijn Büch er een programma over maakte enorm fascineert en dit boek daar over gaat. Én ik heb nog niet eerder iets van Jeroen Windmeijer gelezen, dus twee vliegen in een klap zeg maar. En hoera, ik mocht meedoen!
Het verhaal
De Middelburgse antropologiestudent Anthoni Eskens doet op Paaseiland onderzoek naar de moai, de mysterieuze beelden die al eeuwenlang tot de verbeelding spreken. Al snel ontdekt hij dat er op het eiland een felle, onderhuidse strijd woedt over de oorsprong van de moai. Als er mensen beginnen te verdwijnen, lijkt het erop dat sommigen het niet bij discussiëren laten… In Middelburg treft Monique Fierloos, conservator van het Zeeuws Museum, voorbereidingen voor een grote tentoonstelling over ontdekkingsreiziger Jacob Roggeveen en Paaseiland. Een Paaseilandse beeldhouwer is uitgenodigd om voor het museum een beeld te maken, maar een in een nabijgelegen dorp gevonden moai zet de verhoudingen op scherp. En dan valt de eerste dode…
De schrijver
Antropoloog
Jeroen Windmeijer (1969) weet in zijn thrillers feiten en fictie op
onnavolgbare wijze met elkaar te verbinden. Eerder schreef hij Het
Petrusmysterie, Het Pauluslabyrint, Het Pilgrim Fathers-complot, De offers en
De Genesissleutel. Samen met Jacob Slavenburg schreef hij Het Isisgeheim en Het
Evacomplex.
Mening
Ehm,
ik moet hier even goed over nadenken… Ik vond het boek op zich namelijk best
oké, maar het is meer een avonturenroman dan een thriller eigenlijk. Niet echt
heel spannend. Je leert heel veel over Paaseiland, waarbij je niet precies weet
wat feit en wat fictie is bij wat zich op Paaseiland allemaal afspeelt. Wel
echt informatief zijn de stukken voor de museumcatalogus over Jacob Roggeveen.
Die zijn in ieder geval feitelijk. Er komt erg veel religie in het boek voor,
soms tot vervelens toe. Met name de zondvloed en Noah. Op zich begrijp ik het
wel, want er zijn paralellen, maar door bijna iedereen wordt teruggegrepen op
bijbelteksten en -kennis. Die heb ik dus kennelijk veel te weinig, of het is
toeval dat al die personages in het boek dat wel hebben. Ik vond de religie een
beetje te overheersend en ik heb de vogelmancultus een beetje gemist nu ik er
over nadenk. Maar daar is Anthoni dus kennelijk niet heel erg naar op zoek
geweest.
Het
verhaal is geschreven in de derde persoon vanuit Anthonie, een antropologie student,
en Monique, een conservator van het Zeeuws Museum. Het verhaal speelt in 2019,
ruim 3 jaar voor 2022. En dan speelt het afwisselend in Middelburg en op
Paaseiland. Ieder krijg om de beurt een hoofdstuk(je) met tussendoor stukken
die Monique schrijft voor de museumcatalogus met achtergrondinformatie over
Jacob Roggeveen. Die stukken geven wat rust aan het verhaal, want verder ga je
van de ene gebeurtenis over in de andere. Anthoni is krap twee weken op
Paaseiland, maar er gebeurt zo veel dat het langer lijkt. In die tijd gebeurt
er ook veel in Middelburg, waar de aanzet wordt gegeven voor de tentoonstelling
die over 3 jaar te zien is.
Er
zijn maar liefst 146 hoofdstukken, een proloog en een epiloog. Door de grote
hoeveelheid korte hoofdstukken kun je het boek makkelijk even wegleggen en ook
heel makkelijk nog even een extra hoofdstuk lezen. Dat is in beide gevallen een
voordeel.
Naast
de ongelooflijke hoeveelheid feiten en bijbelverhalen die in het verhaal
verwerkt zijn, zitten er ook gewoon leuke dingen in. Zo wil de beeldhouwer dat
steen waaruit hij de Moai die hij gaat maken, zo geplaatst wordt dat het beeld
de richting van Paaseiland op kijkt als het uit de steen is gehakt.
Een
goede wijsheid kwam ook voor: “Piekeren is de verkeerde kant op fantaseren.” (p
197)
Mooi vond ik het stukje over dat Sergio’s verhaal van Paaseiland gehouwen is in steen, als gestolde geschiedenis. “En zodra je verhalen in beton gaat gieten, leven ze niet meer.” (p.68 ) En dan daarna de opmerking dat verhalen ook aan erosie onderhevig zijn. Dat vond ik een mooie toevoeging. Je denkt dat geschiedenis vast staat, maar de kijk erop verandert steeds natuurlijk. Dat is wel mooi om bij stil te staan steeds.
En wat ik me dus echt de hele tijd af vroeg: hoe kan een student het zich veroorloven om voor een afstudeerscriptie van maximaal 50 pagina’s drie weken naar Paaseiland te gaan (zonder daar verder een Zuid-Amerikareis aan toe te voegen)? Want die reizen zijn echt zó duur.
Ik vond het leuk om een keer een boek van Jeroen Windmeijer te lezen. Ik weet niet of ik andere boeken van hem ga lezen. Misschien, als het onderwerp me echt heel erg aanspreekt. Dankjewel Thrillzone, Jeroen Windmeijer en HarperCollins voor dit boek.
Boekinformatie
Titel:
De stenen goden
Auteur:
Jeroen Windmeijer
ISBN:
9789402709537
Uitgever:
HarperCollins
Verschijningsdatum:
1 maart 2022
Aantal
pagina’s: 448
Geen opmerkingen:
Een reactie posten